Dikke Duitsers

Dikke Duitsers

Dikke Duitsers

Iedereen kent het wel, van televisie. Er komt je iemand tegemoet lopen, die zwaait en lacht tegen je, steekt vriendelijk een hand uit, jij doet hetzelfde en… de persoon loopt je straal voorbij om iemand áchter jou te begroeten. Behoorlijk gênant.
Het overkwam mij.
Ik had laatst een afspraak met mensen voor aankoop van een boerderij in Ossenzijl. Het echtpaar kwam uit Duitsland en zocht een tweede woning in ons fantastische watergebied. Hun oog was gevallen op een leuke boerderij aan de vaart. Wij spraken een week later af op de parkeerplaats in Ossenzijl. Ik zag een dure, sportieve want lage Mercedes de parkeerplaats komen oprijden en parkeren; er stapten, met nogal wat moeite, twee forse mensen uit. Ik wil niet stigmatiserend zijn maar beide mensen hadden ‘méér dan een maatje meer’, zeg maar. Ach, eigenlijk waren ze heel dik, ik kan er echt niets meer van maken. Op hun manier waren ze sportief gekleed, met spierwit Adidas-kledij en gympen. Beiden droegen ze caps en zonnebrillen. Hun lopen leek wat slowmotion-achtig, als een vertraagde opname in een comedy.
Ze zagen me staan, dacht ik, kwamen mijn kant ook uit, wuivend en lachend. Aimabel glimlachte ik terug, stak toen ze me genaderd waren spontaan mijn rechterhand uit ter verwelkoming en… ze liepen me voorbij alsof ik er niet stond. Er is nog geen woord bedacht om mijn verbijstering juist te omschrijven. Ik hoorde ze tegen een man achter mij zeggen: ‘Herr Willemsen?’ en draaide mij flexibel om. De aangesproken wat oudere man zei wat nors: ‘Nein! Wie?’ en liep mopperend weg; ik reageerde alert in vloeiend Duits: ‘Herr Willemsen? Das bin ich’.
Twee zonnebrillen gingen synchroon af en vier grote ogen keken me aan. De vrouw zei: ‘Sie?’ om er in haar landstaal verontschuldigend aan toe te voegen: ‘Maar u bent nog zo jong en aantrekkelijk! Bij ons zijn makelaars vaak oudere mannen in morsige pakken met haar uit hun neus die het beste van hun leven al achter zich hebben’. Ik aanvaardde dit mooie compliment licht blozend en na het voorstelrondje suggereerde ik dat we maar eens een kijkje bij de boerderij moesten nemen, want daar stond de verkopende makelaar op ons te wachten. Oeps, zoveel voortvarendheid ging mijn Duitse gasten wat te snel.

Ze wilden eerst een Tasse Kaffee trinken want ze waren, ondanks hun schitterende en zonder twijfel comfortabele auto, wat vermoeid van de reis vanuit hun woonplaats Hamburg. Dat kon ik billijken. In een nabij restaurant legde ik ze alvast een beetje de route en de omgeving uit. Het was een stukje lopen naar de woning, ongeveer 20 minuten wist ik. Maar het resultaat mocht er zijn, beloofde ik: een adembenemend uitzicht over water, weilanden, riet en schijnbaar onontdekte verten. Nergens buren, nergens lawaai, nergens overlast, en veel vrijheid. Slechts de natuur maakte er geluid. ‘Wir sind Nudisten’, zei de man plompverloren. Ik schrok, griezelde, deed mijn ogen niet dicht (ik ben een beelddenker) maar vermande mij: ‘Dan is dit de meest perfect denkbare plek!’ zei ik, en dacht: …voor iedereen…
 Ze wilden, vertelden ze, hun extra woning in die Niederlande gebruiken om hun levenswijze drastisch te veranderen. Of ik gezien had dat ze wat boven gewicht waren? Ik murmelde een antwoord, waarmee ze alle kanten op konden. Ik kon deze aankoop toch niet van mijn uitgesproken eerlijkheid laten afhangen? Ze waren van plan een aantal keren per jaar een week of drie, of een maand achtereen, in het boerderijtje te verblijven en daar dan te gaan lijnen en sporten, om zo aan hun conditie en algeheel welzijn te gaan werken. Ze wilden aantrekkelijker nudisten worden, vermoed ik. Toen we de consumpties op hadden (alle drie koffie, mijn beide gasten daarnaast een flink stuk appelgebak, natuurlijk mit köstliche Schlagsahne), togen we op pad. Wij begonnen aan onze wandeling over het smalle pad (Oude weg) langs de vaart. Fluks ging ik ze voor met sprankelende tred, maar al na vier minuten hijgde het stel als een walvis op het droge met zware bronchitis. Nog twee minuten later móesten we even stoppen omdat mevrouw echt niet verder kon. Ze zocht ruggensteun tegen een boom, terwijl ook haar man zijn dagelijkse hoeveelheid energie al verbruikt leek te hebben. Toen ik vertelde dat het nog ongeveer een kwartier verder was, gaven ze resoluut aan dat dat echt niet kon. Ze overwogen wat kledingstukken uit te doen, om zodoende wat eerder op adem te komen, maar zagen daar gelukkig van af. Na een rustpauze van een minuut of tien zijn we weer omgedraaid, terug naar de parkeerplaats. Daar ploften ze in hun Mercedes om terug te rijden naar Hamburg. Ik zwaaide ze joviaal gedag en belde de verkopende collega om aan te geven dat de geplande bezichtiging niet kon doorgaan omdat de mensen het bij nader inzien toch ietsjes te ver lopen vonden…