Kinderboeken
“Vanaf het moment dat ik kon lezen, héb ik boeken gelezen, van hieraf tot voorbij Tokyo. Ik héb wat afgelezen”. Ik hoorde de vrouwenstem in een kringloopwinkel. Ik was meteen nieuwsgierig: hoe zag de spreekster van deze woorden eruit en tot wie richtte zij haar woorden?
Ik slenterde quasi nonchalant naar de hoek van een stelling en daar zag ik haar: klein gelijk Patricia Paay, met een ondermaats brilletje type ziekenfonds halverwege haar neus, en warrige kop haar. Patchwork jas, geopend, rok tot op de knieën en stoere laarsjes. Ik schatte haar dezelfde bejaarde leeftijd als La Paay maar vermoedde dat daarmee elke gelijkenis met de zelfbenoemde diva ophield. Ik dacht niet dat deze boekenliefhebster er dezelfde vochtige hobby’s op na zou houden…
“Toen we vijf jaar geleden het huis verkochten hebben we alle boeken weggedaan”. “De kinderen groot waren en ik dacht: er komen toch nooit kleinkinderen”. Voorbij weer een andere stelling bromde een mannenstem zuchtend: “Jahaa, dat wéét ik, dat dacht jij toen, dat wij nooit opa en oma zouden worden. Hoe kwam je daar eigenlijk bij, toen?” De vrouw, kennelijk verbaasd dat er antwoord kwam, hief haar hoofd iets en vroeg: “Hoe bedoel je?”
“Nou, toen jij een karrevracht boeken de deur uit deed samen met al het speelgoed, waren onze kinderen net de deur uit. Hoe kon je toen al bevroeden dat ze je geen kleinkinderen zouden schenken. We hebben toch normale kinderen?”
Nu wilde ik ook weten hoe de echtgenoot eruit zag en terwijl zijn vrouw antwoordde: “Nou ja, zoiets voelt een moeder aan”, ging ik op zoek. Daar stond hij, vlakbij, het hoofd een iet of wat gebogen, zoals velen doen bij boekenstellingen. Ik had nu het oog tegelijk op man en vrouw. Om bij de bekende Nederlanders te blijven: de man was een typische Aart Staartjes. Een wat chagrijnige Meneer Aart. Kalend, grijs, rimpels. “Dan heb je daarmee mooi naast het potje gepiest”, zei hij. En wat zachter: “En zeker niet voor de eerste keer”. “Wat zei je?” ”Oh nee, niks hoor”.
“Weet je”, zei zij, terwijl ze het ene na het andere boek uit de voorraad bekeek, “net nu wij kleinkinderen hebben, gaat die Dick Bruna ook zomaar dood. Je zou bijna aan opzet denken. Komen er geen nieuwe Nijntje-boeken meer. Die er nu zijn, zijn zó door de tijd ingehaald. En die Dick Laan van Pinkeltje is er ook niet meer. Dat vond ik zulleke fijne boekjes”. “Die komt al bijna terug, Dick Laan”, zei de man.
“Hier, De olijke tweeling”, pakte de vrouw een boek, “die had onze Yvonne ook. Zelf vond ik ze wat simpel maar zij vond ze leuk. Oh, kost een euro, best duur nog”.
“Ik was een jongen van de Donald Duck en Dik Trom”, meldde de man. “Toen Dik Trom een jongen was, dat is toch een ware evergreen in de kinderliteratuur?”
“Die boeken heb ik nooit gelezen en die titel nooit begrepen”, reageerde zijn eega. “Wie geeft zijn boek nou de titel: ‘Toen Dik Trom een jongen was’. Is hij later meisje geworden of zo? Hoe kun je zoiets nou schrijven?”
Zijn kreun klonk als een donderslagje: “Hij is toch ook vader geworden, Dik Trom. Mooie serie. Hier, kijk, ach wat leuk, Pietje Bell, de Rotterdamse belhamel met een hart van goud”. Er klonk enthousiasme in zijn stem: “En natuurlijk de Kameleon. Hielke en Sietse Klinkhamer, de smidszonen. We hadden de hele reeks, hé, allemaal eerste drukken! Hádden”. Na een korte stilte: “Beekman en Beekman, van Toon Kortooms, díe neem ik mee”. “Kost dat dan?” “Eén euri en vijftig euricenten”, sprak de man jolig. “Geen geld voor zo’n jeugdklassieker”.
Zijn vrouw zuurde: “Nou, ik vind het nogal wat. Ze hebben dit spul allemaal gratis gekregen hé. Misschien kopen we nu wel onze eigen boeken terug!” “Ja hoor es” zei de man “Jij wilde bij de verhuizing alles maar opruimen en weggooien. De zolder was een ware schatkamer voor kinderen!” zei de man. “Eerder de horrorzolder van opa” kaatste de vrouw terug.
Stilletjes liep ik weg bij het ruziënde echtpaar, tussen de stellingen door schuifelde ik naar de uitgang. Als ik mijn huis ga verkopen neem ik alle boeken en speelgoed mee, nam ik mij voor. Een huis met een zolder en dat wordt dan de schatkamer van oma.